Naarmate het bedrijfslandschap evolueert, doemt een nieuwe trend op, ‘Climate Quitting’, opvallend onder Generatie Z, geboren tussen 1997 en 2012. Deze generatie zoekt niet alleen werk – ze zijn op zoek naar een doel, afstemming en bijdrage aan een zaak. Meer dan ooit beoordelen zij bedrijven op basis van milieu-impact, wat leidt tot een golf van jonge professionals die organisaties verlaten die als onvoldoende proactief worden beschouwd in het aanpakken van klimaatkwesties.
Deze trend vertegenwoordigt een evolutie voorbij het concept van “quiet quitting”. In tegenstelling tot Quiet Quitting, waarbij werknemers zich minimaal inzetten en alleen werken om de basisvereisten van hun baan te vervullen zonder officieel ontslag te nemen, is Climate Quitting een proactieve houding. Quiet Quitting komt voort uit ontevredenheid of burn-out, terwijl Climate Quitting wordt gemotiveerd door het gevoel dat een baan niet in lijn is met persoonlijke milieuwaarden. Het eerste weerspiegelt een passieve reactie op een onbevredigende werkomgeving, terwijl het laatste een actieve beslissing is, gedreven door sterke ethische overtuigingen, vooral met betrekking tot klimaatverandering.
Meer dan een Trend
De groeiende nadruk van Generatie Z op milieubehoud is geen voorbijgaande fase, maar een diepgeworteld ethos. Ze zijn opgegroeid in een tijdperk dat gedefinieerd wordt door klimaatcrises, wat hun wereldbeeld en verwachtingen van werkgevers gevormd heeft. Het gaat niet alleen om het veiligstellen van een baan; het gaat om afstemming met een bedrijf dat resoneert met hun visie en waarden.
Deze evoluerende dynamiek legt de focus op de bedrijfscultuur en -waarden. Bedrijven krijgen nu de dubbele uitdaging om niet alleen talent aan te trekken, maar ook het juiste talent. De toekomst van werk gaat niet alleen over het invullen van posities, maar ook over het creëren van ruimtes waar de visies van werknemers in lijn zijn met de doelstellingen van de organisatie. Generatie Z zoekt naar werkplekken waar ze kunnen resoneren met de missie, bijdragen aan een gedeelde visie en een samenhangende cultuur ervaren die individuele en collectieve groei bevordert.
Deze afstemming is nu een cruciaal aspect van werknemersbetrokkenheid en -behoud. Het is een balans tussen het bieden van zinvol werk en het tonen van toewijding aan wereldwijde kwesties zoals klimaatverandering. Bedrijven die de milieu- en ethische waarden van hun werknemers weerspiegelen, worden niet alleen gezien als werkplekken, maar ook als een platform voor verandering, innovatie en impact.
Verandering Omarmen
De trend van ‘Climate Quitting’ onderstreept een breder verhaal. Het is een uitnodiging voor bedrijven om te evolueren, om over te gaan van traditionele retentiemodellen naar een meer holistische benadering, geworteld in gedeelde waarden, visies en doelen. Het vereist een infusie van milieu- en ethisch bewustzijn in het DNA van het bedrijf.
Bedrijven die proberen deze zorgen oppervlakkig aan te pakken door middel van greenwashing, worden snel geïdentificeerd en gestraft door kritische consumenten en werknemers. Een voorbeeld hiervan is Albert Heijn, die de dubieuze eer van de Dutch Greenwashing Award 2023 won. Dit dient als een waarschuwing dat echte verandering, niet alleen oppervlakkige marketing, is wat de nieuwe generatie werknemers en consumenten eisen.
Terwijl we deze verschuiving navigeren, ligt de verantwoordelijkheid bij bedrijven om niet alleen een toewijding aan klimaatactie te verwoorden, maar ook te belichamen. In een nieuw tijdperk is de convergentie van winst en planeet, werknemer en werkgever, visie en missie, geen verre aspiratie, maar een hedendaagse noodzaak. Bedrijven die deze verschuiving omarmen en een cultuur van afstemming en doel bevorderen, zullen niet alleen het beste talent aantrekken, maar ook de weg banen voor een duurzame, impactvolle toekomst in het bedrijfsleven en daarbuiten.